- "Spectaculaire morele thriller" - Dirk-Jan Arensman - VPROgids - 23 /1/'19
- **** "Road Novel met bijbelse proporties"- "Spannend en Onontkoombaar" - Maria Vlaar - De Standaard - 8/2/'19
- "Sterke, verrassende roman" - ZIN magazine - februari 2019
- "Mythisch beeld van een mannenwereld" - Kees 't Hart - Groene Amsterdammer - 30/1/'19 (2)
- "Verhaal over misdaad en terreur, menselijkheid en tederheid" - Rob Schouten - Trouw 27/1/'19
- ADAM brengt je in een roes! - Jeroen Vullings - VN - 20/1/'19
Hier kan veel, maar niet alles
Wanda Reisel werpt een mooi genuanceerde blik op de jaren zeventig |
|
Donderdag 4 september 2008 door Arjen Fortuin |
|
Liftende meisjes in Nieuw-Zeeland in 2006 - Foto Wikimedia Commons |
|
De hoofdpersoon uit Wanda Reisels nieuwe roman is een afwachtend meisje in een wereld op hol. Haar isolement heeft gevolgen voor het boek. Wanda Reisel: Die zomer. Querido, 216 blz. €18,95 |
|
Alle mensen verlangen naar vrijheid, maar sommige mensen hebben meer talent voor vrijheid dan anderen. Dana Davidson, de hoofdpersoon uit Die zomer, de nieuwe roman van Wanda Reisel, staat in juli 1970 in de startblokken om de grootsheid van de vrijheid te ervaren, om het leven en de liefde te veroveren. Ze is zeventien, heeft geproefd van de lichamen van schoolgenoten en docenten en gaat met een vriendin liftend naar Parijs. Haar vader, psychiater van beroep, heeft zijn minderjarige dochter een briefje meegegeven waarin hij haar toestemming geeft alleen te reizen – voor het geval de autoriteiten moeilijk gaan doen. De kans dat Dana als maagd zal terugkeren is klein, al is het maar door het voorbeeld van haar reisgenote: ‘Op haar dertiende had Tessa al gehoord dat neuken lekker was, en dus neukte ze op haar dertiende, puur voor de kick en uit een eerzuchtige drang om dat lichaam van haar van binnen en van buiten te exploreren.’ |
|
llustratie Peter van Dongen | |
Tessa ziet het helemaal in orde komen met haar vriendin: ‘jij bent een rokend intellectueleke uit een intellectuelenfamilie! Maar jij gaat straks als we in Parijs zijn Jean-Paul pijpen, snap je?’ Zelf grijpt Tessa de eerste de beste pokdalige Karim die ze tegenkomen. Voor Dana ligt het minder eenvoudig. Ze raakt niet opgewonden van de kompaan van Karim, en voelt de daadkracht van haar vriendin als verraad. Dus volgt er wraak: ze neemt de trein terug naar Amsterdam, een paar uur nadat ze ook op een andere manier is gevlucht. In een Parijse straat ziet ze een man met een honkbalknuppel op een ander inslaan. Ze weet dat ze iets moet doen, zich om het levenloze slachtoffer bekommeren, de politie halen, maar dat doet ze niet: ze rent naar de metro en vreet zich op van spijt. Terug in het amper bewoonde ouderlijk huis aan het Vondelpark (moeder in Israël met broertjes, vader aan de rol met een zekere Nicolette) gaat Dana’s zomer verder met ontspanning en verleiding, maar bevrijdend wil het allemaal niet worden. Dat heeft veel met Dana zelf te maken. Zoals ze tot hilariteit van haar vrienden op een feestje bij haar thuis zegt: ‘Jongens, hier kan veel, maar niet alles Dat lijkt geen revolutionaire gedachte, maar in een gemeenschap die zich juist in het hoofd had gehaald dat wél alles kon en moest, tekent het het isolement van Dana. Vooral ook omdat het niet alleen de andere zeventienjarigen zijn die het in de bol hebben: haar ouders zijn al even druk met het ontdekken van hun vrijheid, de huisarts blijkt een zak en haar leraren leggen initiatieven aan de dag die met de huidige inzichten in jeugdpsychologie weinig vleiend beoordeeld zouden worden. Er zit ook een zekere schaamte in haar karakter: ‘Hoewel er genoeg mensen om haar heen zijn, is er niemand met wie Dana allerlei vragen waar ze over nadenkt kan bespreken. Ze wil haar gedachten ook helemaal niet delen. Zodra je je ergens over uitspreekt gaat iemand anders zich met jouw gedachten bemoeien, geeft er een draai aan die jij niet wilt, en voor je het weet ligt de ander om jou met je zogenaamde diepgang te rollen van het lachen.’ In die tegenstelling tussen een nieuwsgierig, maar geremd meisje en een wereld op hol zit de kern van Reisels roman, een thema dat ze zorgvuldig en genuanceerd heeft uitgewerkt. Want Die zomer is even weinig een idealisering van de seksuele revolutie als een afrekening ermee. Reisel toont hoe Dana lijdt onder haar onvermogen haar vrijheid te nemen, maar ze laat even onbarmhartig zien hoe de losbandige Tessa in de ellende belandt. En ze weet de lust van Dana (bijvoorbeeld achterop de brommer van haar hitsige leraar) mooi op te roepen, net als haar verbijstering wanneer dezelfde docent haar meeneemt naar een onnavolgbare collectief-spirituele bevrijdingsorgie met massage-elementen. Het is een van de momenten waarop Die zomer satirische elementen krijgt: ‘Het streven was erop gericht om opheffing van de identiteit te verkrijgen door middel van tantrische seks, drugs, meditatie, vage muziek en een hedonistisch leven, geleid vanuit het ruggenmerg, dat een directe verbinding onderhield met de oeroude hersenstam’. Precies de opheffing van die identiteit is waar het uiteindelijk spaak loopt tussen Dana en haar tijd, wat ook weer te maken heeft met de wijze waarop zij, waarop haar familie, wortelt in de geschiedenis. ‘Vergetelheid is voor hen die niets te verliezen hebben’, vindt haar vader. ‘De onderduik had hem het tegendeel geleerd’. Dana wordt terloops ‘een heuse joodse prinses’ genoemd. Zo is er – afgezien van een nogal plotseling verkeersongeluk met comateuze gevolgen aan het eind van de roman – weinig op Die zomer aan te merken. Misschien wel iets te weinig. Ik las het met stijgende bewondering voor de schrijfster, maar ook met een steeds sterkere indruk dat er iets ontbreekt aan deze roman, een soort vitaliteit, een passie die in staat is je bij de lurven te grijpen. Dat is opmerkelijk omdat Reisel bewezen heeft in staat te zijn een dergelijk gevoel op te roepen. In haar voor de Libris Literatuurprijs genomineerde Baby Storm (1996) vertelt ze het verhaal van een meisje dat veel met Dana Davidson gemeen heeft, dat óók moeite heeft de wereld in haar leven toe te laten. Maar dat boek wordt voortgestuwd door een intrinsieke boosheid die je niet meer loslaat. Zo’n bindende kracht ontbreekt aan Die zomer. Maar dat is ook wel weer te verklaren: een hardere toon had niet goed gepast bij Dana Davidson, het meisje dat ‘als zeventienjarige de hartenklop van haar eigen tijd niet wilde missen, maar ze kon ook weer niet onvoorwaardelijk en blind op de langsrazende bus springen.’ Het onbedoelde gevolg daarvan is dat je als lezer tegenover dit boek komt te staan zoals Dana Davidson tegenover haar tijd: het is aantrekkelijk en interessant, maar ondanks alles niet verleidelijk genoeg |