Griezelig, hoe kun je dat als vrouw allemaal weten



De Telegraaf 24/11/2000 -  door Ingrid Hoogervorst

Eden Pendraat, haar 33-jarige hoofdpersoon, is volgens Reisel: ,,Iemand die net naast de hoofdgroef loopt." Ze heeft een zwak voor eenlingen, buitenstaanders, ontheemden. Mensen die het niet lukt zich thuis te voelen in deze wereld. Hun benauwende eenzaamheid is vast thema in haar werk. Zo ook Eden Pendraat met wie we in 'Een man een man' door Amsterdam dwalen.

Te beginnen in Amsterdam-Zuid, de buurt waar zijn vriendschap met klasgenoot Duco Hellenberg begon, en eindigend op de Amsterdamse Wallen. Reisel beschrijft zijn wanhopige odyssee terug naar het verleden, op zoek naar de zin van zijn leven dat helemaal door de gladde praatjesmaker Duco lijkt te zijn overgenomen.

   Wanda Reisel, opgegroeid en school gegaan in Amsterdam-Zuid, kent het buitenstaandersgevoel: ,,Als puber was ik ook iemand die wel meedeed met alle feestjes, maar er toch nooit bij hoorde. Ik liep met een masker rond, kende wel veel mensen maar had geen wezenlijke vrienden. Die afstand hield ik zelf in stand, ik leefde in mijn eigen hoofd."

Ze is geboren op Curaçao, waar haar joodse ouders in 1948 naar toe emigreerden. Ze hadden de oorlog overleefd door zich drie jaar lang op di­verse    onderduikadressen schuil te houden en besloten met de dreiging van de koude oorlog uit Nederland weg te gaan. Haar vader werkte er als arts. Na twaalf jaar keerde het gezin met zes kinderen weer terug naar Amsterdam, weg van een ander groot verdriet.

Gevoeligheid

,,Mijn broer is op z'n twaalfde in Curaçao bij een auto-ongeluk omgekomen. Ze gingen terug om ons een betere scholing te bieden, maar ze wilden vooral weg van die herinnering, van dat graf waar ze elke dag op weg naar school langskwamen Terug in Amster­dam werd er nooit meer over gesproken. Je stelde geen vragen. Als land voelde je dat het een te groot verdriet was, waar je niet aan moest komen. Met die voorzichtigheid en gevoeligheid voor het leed van anderen groei je als kind van joodse overlever op."

Maar ze wil niet te veel over dat joods-zijn praten, houdt er niet van in het hokje van de Tweede Generatie te worden geplaatst: ,,Ik heb het wel gezien", zegt ze schouderophalend. Ze protesteert bij de constatering dat het charmante rijkeluiszoontje Duco Hellen­berg zo lijkt weggelopen uit Arnon Grunbergs 'Figuranten'. En dan lachend met de vuist op de tafel slaand: ,,Koch en Grunberg hebben niet het alleenrecht op de gekte van Amsterdam-Zuid."

In tegenstelling tot het grillige,   surrealistische   'Baby Storm', is 'Een man een man' een rechttoe-rechtaan-boek. Via terugblikken lezen we het ontstaan en verloop van de vriendschap tussen Eden en Duco, Edens huwelijk met Anneke die met Duco overspel pleegt, de geboorte van zoon Ilja die omkomt tijdens een avondje stappen met Duco en het milieu van kunsthandel en kunstvervalsing waar Duco Eden in trekt.

Aanzet tot het schrijven van dit boek was een verhaal over verraad in de verzetsbeweging. Hoe iemand uit jaloezie zijn geliefde op zo'n smerig, gevaarlijk karweitje af stuurt dat het haar ondergang wordt. ,,Dat verhaal heb ik verwerkt in deze roman, ik was er behoorlijk van ondersteboven en het sterkte me in het idee dat afgunst de beslissende kracht is in onze onderlinge relaties. Jaloezie bepaalt alles: werk, privé, huwelijk. Het kan stimuleren, ambities aanwakkeren, maar ook tot moord leiden. De crime passionnel is het meest voorkomende type moord."

Welke rol speelt jaloezie in haar eigen leven? Opgegroeid in een groot artsengezin, met een autoritaire vader die intellectueel wat verlangde van zijn kinderen. En ze leerde voor zichzelf op te komen. ,,Die bezorgdheid en dat rekening houden met al die gevoeligheden thuis, maker je niet weerbaar. Ik stelde mezelf al jong de opdracht die gevoeligheid van een laag te voorzien. Een soort aangeleerd stoer gedrag, dat van mij iemand maakt die macht uitstraalt. Dat zit hem in de manier waarop ik praat en kijk, het feit dat ik gewend ben te discussiëren."

,,Mijn vader zat aan het hoofd van de tafel, ik zat daar", ze wijst met haar hand naar rechts, ,,aan zijn rechterkant, mijn moeder aan de linkerkant. Ik moest moeite doen aan het woord te komen en vooral te blijven", grijnst ze. ,,Groot voordeel is dat ik in grote gezelschappen nooit bang ben mijn mond open te doen. Ik kan goed counteren. Die uitdaging, dat sparren, zoek ik ook op, ik scherp mij graag aan andermans meningen."

 Verwijten

,,Met mannen gaat dat makkelijker dan met vrouwen. Zij voelen zich ineens aangevallen, komen met verwijten van 'Je laat me nooit uitspreken' lopen weg. Ze straffen je met geen contact meer, terwijl ze gewoon terug moeten slaan. Over dat soort zaken, je in de vriendschap de mindere voe­len, praten mannen niet. Reken maar dat ze jaloers zijn op elkaars huis, vrouw, baan of auto. Het is echt het laatste taboe! Toen ik mijn roman had ingeleverd bij de redacteur zei hij: 'Griezelig, hoe kun je dat als vrouw allemaal weten'.

Website by JetNet - © Wanda Reisel 2012