Van witte naar vuile maar steeds echte liefde

Door Koen Eykhout

Mario Vargas Llosa schreef eens dat geen enkele roman hem echt geestdriftig kan maken als er niet ook een zekere erotische prikkeling van uit gaat. En dat het gevoel van opwinding toeneemt als het seksuele niet iets exclusiefs is, maar deel uitmaakt van een complexe, rijk geschakeerde context.

Het is voor hem te hopen dat Wanda Reisels zinderende Witte Liefde in het Spaans wordt vertaald. Zelden zo'n sensueel, ja erotisch boek gelezen. Dat op het Curaçao van de jaren vijftig
de knappe beeldhouwster Ro en journalist-jazz kenner Bob elkaar hartstochtelijk beminnen is al mooi, maar de zinnelijkheid en zintuiglijkheid van hun alles verterende passie laat de schrijfster daarenboven resoneren in het tropisch eiland zelf en in de bewoners ervan.

Alles geurt, kleurt en beweegt in lome of juist felle erotiek. Dansen gaat heupwiegend in de zwoele buitenlucht, mannen dragen een tropensmoking, op tafel staan versgebakken broodjes, bergen sandwiches en een frisse kan vruchtenbowl. Vrouwen lopen op stilettohakken of kittige sandaaltjes en dragen op feestjes nachtblauwe cocktailjurken met een blote rug. Zo'n prachtige en tegelijk broze en kwetsbare vrouwenrug siert het omslag van het boek. Het zou best eens de rug van Reisels moeder kunnen zijn. Aan haar is het boek opgedragen en aan haar vader. Moeder is in 2002 gestorven en ik vermoed dat de in 1955 op Curaçao geboren dochter met dit boek het liefdesverhaal van moeder heeft vastgelegd.

Het verhaal van een grote, maar buitenechtelijke liefde. Ro en Bob zijn namelijk al jaren getrouwd met Rudi en Helen, er zijn ook kinderen wanneer ze vallen voor elkaar. Met een liefde die trillingen veroorzaakt en hartkloppingen, een zenuwaanval gelijk. Als door een sidderaal getroffen. Een niet te negeren liefde die sterker is dan zij. Die verslaaft, die maakt datje het hoogste bereikt als mens: opgetild worden boven jezelf, al is het maar voor even. Maar ook een liefde die op je drukt als een baksteen. Die je iedereen om je heen laat verwaarlozen. Je raakt stuurloos. Je vraagt je af: waarom laat ik me wegtrekken uit de veilige haven van het vertrouwde huiselijke geluk, saai maar betrouwbaar? Door welke duistere oorzaken kiezen we iemand? Of is het zo dat we gekozen worden en geen weerstand kunnen bieden dan die welke ten koste gaat van onszelf? Wanda Reisel weet zonder een zweem van scepsis deze geheime liefde van haar moeder voor een huisvriend te schilderen tegen het erotisch decor van een tropeneiland. Ze doet dat uit bewondering voor haar moeder, ja voor allebei, voor Ro en voor Bob, bewondering voor twee aardige mensen die hun liefde voor elkaar niet aan konden. Dat juist witte liefde vuil wordt, mag niet verwonderen. Als liefde haar zin niet krijgt, als ze geen bedding vindt, gelden de wetten van het oerwoud.

Ook hier in dit fraaie liefdesverhaal, dat verteld wordt in een verrassende terugblik van de inmiddels overleden moeder, opgebaard in het mortuarium. Dood. Meteen al in het eerste hoofdstuk. Ze kan echter nog wel denken. Aan de liefde. Voor Bob. Voorhaar dochter. Voor het eiland. Voor het leven. Nu ze dood is. De lezer is benieuwd wie er op de begrafenis komt. Of Bob er ook is. Of zijn witte liefde voor Ro ook een leven lang heeft standgehouden. Witte liefde mag dan vuil worden, ze wordt er alleen maar mooier van, ook in dit
zesde, zonder enige twijfel allermooiste boek van Wanda Reisel.

Website by JetNet - © Wanda Reisel 2012