Ramon Stoppelenburg

 

vrijdag 5 september 2008
 
Wanda Reisel werd geboren in Willemstad, Curacao, in 1955. In 1960 verhuisde het gezin naar Nederland en in 1974 ging zij geschiedenis studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In 1986 debuteerde zij met de novellenbundel Jacobi's tocht en haar eerste roman, Het blauwe uur, in 1988. Vanaf die tijd publiceert Wanda Reisel met grote regelmaat romans, toneelstukken en verhalen. Deze week verschijnt van haar Die Zomer, goed voor een paar vragen aan de auteur.



Uw nieuwe roman heet Die Zomer. Welke zomer wordt daarmee bedoeld?
Het verhaal speelt zich af in de zomer van 1970, die het breukvlak markeert van de jaren zestig naar de jaren zeventig. Het hippietijdperk is dan op zijn hoogtepunt, en Amsterdam is overgeleverd aan langharige, hasjrokende Damslapers.

Die zomer is een bijzondere, zelfs cruciale periode voor Dana, mijn zeventienjarige hoofdpersoon: ze beseft dat ze een grens over moet en dat ze dat alleen moet doen. Liefde en seks dwingen haar die zomer op deze weg, die ook een inwijding is.

Hoe herinnert u zich die zommer van 1970?
De luchtvaartmaatschappijen KLM en Pan Am adverteerden destijds met de slogan 'Amsterdam, Magic City'- en daarmee is het belangrijkste wel gezegd. Het was de tijd van de flowerpower, massa's mensen dromden samen in het Vondelpark om hun vrijheid te belijden. In Amsterdam gebeurde 'het', en de stad had dan ook een enorme aantrekkingskracht op vrijbuiters, die elders in Europa niet gedoogd werden.

Hoe houdt Dana, die met haar ouders aan het Vondelpark woont, zich in dat nieuwe tijdperk staande?
Ik laat haar in de roman zeggen dat ze zich de dochter van een circusdirecteur voelt, met de sleutels van de leeuwenkooi op zak: ze voelt zich bevoorrecht dat ze onderdeel mag uitmaken van wat er in haar stad, of bijna: in haar eigen achtertuin, gebeurt. Tegelijk houdt ze enige afstand, staat het haar tegen om deel uit te maken van een beweging. Dat is eigenlijk waar de roman over gaat: over overgave, en het verzet daartegen. Dana ontdekt haar eigen identiteit en verzet zich tegen de groepsdwang. Ze is niet spontaan en naïef genoeg om een meeloper te zijn - en dat maakt haar in diepste wezen eenzaam.

Ze verzet zich tegen de overgave, maar tegelijkertijd houdt ze er een tamelijk losse seksuele moraal op na. Hoe is dat met elkaar te rijmen?
De seksuele revolutie is in volle gang als Dana op de middelbare school zit, in die zin is ze echt een kind van haar tijd, maar ze voelt ook een afstand ten opzicht van die tijd. Ze houdt de controle, maar kan zich niet onttrekken aan de veranderingen die haar lichaam ondergaat, en aan het effect dat dat op anderen heeft. Ze experimenteert, heel schuchter aanvankelijk, en wordt zich steeds sterker bewust van haar eigen seksualiteit. Die zomer is dan ook mijn meest sensuele boek tot nu toe - maar al het bloot is, zoals dat later is gaan heten, functioneel.
Website by JetNet - © Wanda Reisel 2012